Muziek in ballingschap

De Composities


Afbeelding rechts: Gobelin van Stanny Verster
geïnspireerd op de eerste regels van de Quattro Canzoni van Joep Straesser:

“D’un alto monte ove si scorge il mare …”
“Vanaf een hoge berg die uitziet over zee kijk ik, uw dochter Isabella, vaak of daar het geteerde hout van een schip verschijnt dat mij bericht brengt van u, mijn vader”.

Een tekstfragment uit "Quattro Canzoni", in 2000/2001 gecomponeerd door de vooraanstaande Nederlandse componist Joep Straesser.
Hoe opvallend is, in dramatisch opzicht, de gelijkenis met de "Lamento d’Arianna" van Claudio Monteverdi:

“Ed io rimango cibo di fere in solitarie arene…”
“En ik blijf hier achter, als voer voor de wilde dieren, op deze verlaten plek. Jíj zult je beide ouders straks vreugdevol omhelzen, maar ik zie de mijne nooit meer terug. O mijn moeder, o mijn vader”.

Het Monteverdi Kamerkoor Utrecht brengt beide stukken en "Kolom" (voor elektronica en orgel) van Ton Bruynèl bij elkaar in een programma getiteld MUZIEK IN BALLINGSCHAP. De grenzen tussen oude en hedendaagse, akoestische en elektronische muziek vervagen bij het horen van de heftige jammerklacht van de balling, die juist tegen zijn begrenzing in opstand komt. Twee te weinig uitgevoerde, 'Utrechtse' componisten (Ton Bruynèl doceerde, net als Joep Straesser, jarenlang hoofdvak compositie aan het Utrechts Conservatorium) staan in dit programma centraal.

 

De Composities

"Lamento d’Arianna" van Claudio Monteverdi (1567-1643)

De Lamento d’Arianna is een fragment de opera Arianna (op een libretto van Ottavio Rinuccini) die grotendeels verloren is gegaan. De held Theseus is, nadat hij de Minotaurus verslagen heeft, met zijn schip op terugreis naar Athene. Aan boord is ook zijn geliefde, de koningsdochter Ariadne. Onderweg brengen zij een nacht door op een eiland. ‘s Nachts dringt Theseus’ raadsman er bij hem op aan om Ariadne op het eiland achter te laten. Bij zonsopgang ontdekt Ariadne dat het schip van Theseus vertrokken is en zij met haar bediende Dorilla alleen is achtergebleven. Dan zingt zij, staande aan de kustlijn, haar klaagzang. De Lamento bleef bewaard omdat Monteverdi, die het als een van zijn meest geslaagde werken beschouwde, er verschillende bewerkingen van maakte. Er is de versie voor solostem en basso continuo en er is de madrigalencyclus voor vocaal ensemble en basso continuo.

In het uitvoering door het MKU worden beide cycli door elkaar gevlochten, waardoor het vocaal ensemble als het ware de functie krijgt van het koor in de Griekse tragedie: klankbord voor de emoties van de hoofdpersoon.

 

"Kolom" van Ton Bruynèl (1934-1998)

Bruynèl schreef bijna altijd voor een combinatie van een akoestisch instrument en elektronische "klanksporen". Kenmerkend zijn de kwaliteit van de klankkleur en de onafgebroken klankstroom. Bij het componeren en maken van elektronische klanken ging Bruynèl graag uit van alledaagse geluiden. In 1982 zei hij: "Ik maak bezwaar tegen de kwalificatie van geluid als een denkproces van het menselijk brein, eerder dan van het oor. Wat er in seriële muziek gebeurt is de evaluatie van geluid voorbij het menselijk oor".

"Kolom", gecomponeerd in 1987, is te omschrijven als een zuil van klank, waarvan de segmenten bepaald worden door veranderende klankformaties. Deze zuil wordt in MUZIEK IN BALLINGSCHAP tussen de composities van Monteverdi en Straesser geplaatst.

'Kolom" zal worden uitgevoerd door organist Klaas Vellinga, met wie het Monteverdi Kamerkoor Utrecht al vele jaren intensief samenwerkt.

 

"Quattro Canzoni" van Joep Straesser (1934-2004) op teksten van Isabella di Morra (1520-1546)

Hoewel (of omdat?) zij een meer dan gemiddelde ontwikkeling bezat (zij kende zowel Grieks als Latijn) werd de Italiaanse dichteres Isabella di Morra door haar familie gedwongen om haar jeugd ver van alle cultuur en in eenzaamheid door te brengen. Zij sleet haar dagen op het geïsoleerd liggend kasteel Valsinni in de Basilicata, diep in het zuiden van Italië. Daar leefde ze samen met haar moeder temidden van de woeste natuur en tussen mensen zonder enige beschaving. Haar vader, die tengevolge van zijn anti-Spaanse gezindheid de wijk had moeten nemen uit het koninkrijk Napels, bevond zich als balling aan het Franse hof, een omgeving waar Isabella slechts van kon dromen. Het enige contact dat zij met de buitenwereld onderhield bestond in een poëtische correspondentie met de Spaanse dichter Diego Sandoval de Castro, die op een naburig kasteel verbleef. Toen haar broers daar lucht van kregen werd zij, 26 jaar oud, op beestachtige wijze door hen vermoord. Haar uit slechts tien sonnetten en 3 canzonen bestaande liedboek is één ononderbroken jammerklacht, één wanhopig protest tegen het lot dat haar zo zwaar heeft getroffen.

Joep Straesser toonzette vier van Isabella’s gedichten voor de bezetting sopraansolo, koor, harp, fluit en trombone en voegde aan de titel "Quattro Canzoni" veelbetekenend toe: "Homage to Isabella". Straesser droeg het stuk op aan het Monteverdi Kamerkoor Utrecht dat zich in de loop der jaren uitgebreid op zijn oeuvre heeft toegelegd. De première van "Quattro Canzoni" (door het Monteverdi Kamerkoor Utrecht) vond plaats op 26 maart 2004 in de Utrechtse Nicolaikerk, in het kader van het 18e SON-festival en ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de componist.

 

Medewerkenden

Irene Maessen, sopraan
Manja Smits, harp
Herman van Kogelenberg, fluit
Nico Schippers, trombone
Bettina von Ehrenthal, mezzosopraan
Elly van Munster, theorbe
Klaas Vellinga, orgel

Concerten

10 juni 2006, 20.15 uur, Waalse Kerk, Begijnhof 30, Haarlem
2 juli 2006, 20.15 uur, Nicolaïkerk, Nicolaaskerkhof 8, Utrecht

Kaarten zijn verkrijgbaar aan de kassa en in de voorverkoop bij: Boudisque Classique, Drieharingstraat 27-29, Utrecht

Programma

Claudio Monteverdi (1567-1643): Lamento d'Arianna
Ton Bruynèl (1934-1998): Kolom
Joep Straesser (1934-2004) Quattro Canzoni
Joep Straesser (1934-2004) Duo Piccolo

 




MKU © 2008